De Verlamming

Gepubliceerd op 2 november 2022 om 21:15

Om tien over vijf was het vandaag donker en ik ging naar huis met het idee om nog te gaan skeeleren, maar mijn trein kwam om half vijf binnenrijden op Rotterdam centraal. Ik skeeler liever niet in het donker. Dan ga ik plaatjes draaien, dacht ik daarna, dat kan prima als het donker is. Of misschien pak ik weer een keer mijn stoffige stroeve basgitaar uit zijn hoekje, dacht ik dáárna, dat zou ook wel weer eens leuk zijn. 

Maar nee! Het gaat niet. Het lukt niet. Ik lig in bed en mijn hoofd heeft mijn lichaam verlamd. Het lukte nog net om twee stappen te zetten om m´n laptop te pakken, om verlamd te schrijven over mijn verlamming. 

 

Mijn verlamming komt veel voor, zeker in de wintermaanden. Mijn verlamming is geen fysieke, mijn lichaam doet het prima, behalve dat ik al zeker een halfuur naar de wc moet en mijn blaas naar me aan het schreeuwen is. Ik kan het niet. Ik lig onder warme dekens. Ik heb net een kwartier naar een ronddraaiende lamp gestaard omdat ik zelfs de focus niet kon vinden om een serie aan te zetten. Muziek luisteren lukte nog net. De laptop is bijna leeg, de lader ligt op dezelfde plek als waar ik de laptop net heb gepakt maar, mijn god, die afstand lijkt nu kilometers. 

 

´Wat doe je dramatisch.´ Zeg ik tegen mijn verlamming, ´Die plannen die we daarnet maakten vinden we toch leuk om te doen? Daar halen we toch plezier uit?´

De Verlamming zegt niks, maar hij bedoelt daarmee dat ik dat plezier niet verdien vandaag. Dat stil liggen onder de dekens, misschien een beetje slapen, een veel beter plan is. 

De Verlamming heeft zo zijn maniertjes om me mee te trekken in zijn motieven, zijn doelen. Hij is heel goed in mij manipuleren, en dan denk ik aan al die plannen die ik had gemaakt, en dan worden het taakjes in plaats van hobby´s. Dat is helemaal geen mening van mij, dat is een mening van De Verlamming.

 

Ik heb na vele jaren ervaring met mijn stilzwijgende vriend opgepikt wanneer ik kan verwachten dat De Verlamming voor de deur staat.

Eerst zorgt hij ervoor dat ik de muziek die ik luister niet meer leuk vind. Het nummer waar ik gister nog op stond te dansen is vandaag niks meer waard. 

Dan: Mijn kleren en mijn spullen. Alles is stom. Mijn eerste reactie daarop is nieuwe dingen kopen, maar die nieuwe dingen zijn na twee weken genoeg voor de verlamming om ze ook op te slokken. 

Wat De Verlamming vervolgens doet, en deze stap is heel venijnig, is je laten hunkeren naar vroeger; Muziek die je drie jaar geleden luisterde, waarvan je dacht dat je die wel ontgroeid was, is opeens weer geweldig. Kijk die serie maar opnieuw, je weet wat er gebeurt, en dat is heerlijk comfortabel. Kijk vooral terug naar je oude foto´s, met oude vrienden, oude relaties. Oh, wat was je gelukkig toen. 

 

En dat is precies waar De Verlamming je beet heeft: Een gefabriceerde realisatie dat je nu niet gelukkig bent, en niet blij met jezelf. Een uit het vroeg-donker gemaakte demoon die jou niet productief wil laten zijn, en vooral melancholisch. 

En het erge is, nadat de demoon je heeft aangestoken hoeft hij helemaal niks meer te doen. De trap naar beneden bouw je zelf verder. Als ik muziek niet meer leuk vind zal ik naar buiten gaan ook wel niet meer leuk vinden. Als ik mijn lichaam niet meer leuk vind zal mijn hoofd me ook wel niet aan staan. Als ik in een dronken bui vorige week tegen iemand heb gepraat zal diegene de dag daarna vast met de realisatie wakker geworden zijn dat ik maar een raar wijf ben, en ook echt niet aantrekkelijk. 

 

´Ik ga dit niet meer doen.´ Zeg ik tegen De Verlamming, en ik haal het enige middel uit de kast waarvan ik weet dat hij er allergisch voor is. Ik maak een plan voor vanavond, met andere mensen. Mensen waarvan ik ontzettend geniet, altijd. Mensen die ook graag met mij zijn. Mensen die lullen en roddelen en sigaretten met je roken. Mensen die je af en toe door je haar aaien. Mensen die het tegen je durven te zeggen als je dramatisch aan het doen bent, of als je juist in je recht staat om te reageren op de wereld zoals je dat doet. 

De Verlamming is bang voor mensen. De Verlamming doet namelijk niks en heeft niet echt leuke verhalen om te delen. Niemand wil met de verlamming rondhangen, het is een ontzettend eendimensionale vent die altijd maar aan het zeiken is. De Verlamming heeft geen vrienden en dat is misschien de reden dat hij zich zo aan me vastklampt af en toe, ik ben namelijk best goed in vrienden maken en sociaal zijn. 

Het stomme aan dit anti-demonen-middel, het exorcisme, is dat het tijdelijk is. De Verlamming heeft gezien dat mijn trein om half vijf aankwam, hij wist dat ik dan weer alleen zou zijn, en zat al te wachten tot de zon onder de horizon zakte. Toen ik mijn voordeur open deed is hij met me mee naar binnen geglipt, en alles wat ik toen nog kon was op m´n bed neerploffen en bevriezen. 

 

Ik heb geaccepteerd dat De Verlamming af en toe langs moet komen, ik vind het soms ook wel eens fijn. Door hem pak ik wel de rust die ik nodig heb. Ik weet dat ik hem moet herkennen en erkennen en ik weet soms zelfs hoe ik hem de deur weer uit moet schoppen, als hij irritant is. Dat ik dan alle moeite van de wereld moet doen om me tot een hobby te zetten, maar dat de seconde dat ik daar aan begonnen ben het allemaal oké is, en er weer achter mag komen dat, inderdaad, ik plezier haal uit dat soort dingen. Ik weet ook, dat als het weer lente wordt, de zon heel goed zal zijn in hem wegjagen, als mij dat af en toe niet lukt. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.